Thuis
Door: Junus
Blijf op de hoogte en volg Junus
28 December 2010 | Nederland, Groningen
De laatste blog die ik schreef, schreef ik op London Heathrow. Ik had vijf uur aan tijd om te doden tussen het overstappen. Het feit dat deze blog nooit helemaal is af gekomen heeft me nu al zes maanden dwars gezeten, maar nooit was de motivatie groot genoeg om een waardig einde aan dit reisverhaal te breien. Het zou zonde zijn om dit zo te laten, mijn tien maanden in Amerika beschouw ik nog steeds als een van de meest bijzondere perioden in mijn leven.
Het is ruim zes maanden geleden dat ik terug kwam uit Amerika, na een avontuur dat precies tien maanden duurde. Gedurende tien maanden woonde ik bij de familie McGovern in het niet al te pittoreske Gilroy, in het schitterende Californië. In die periode ging ik naar de plaatselijke high school. Achteraf heb ik in die tien maanden veel meer geleerd dan enkel de Engelse taal en andere schoolse kennis.
Ik weet nog hoe het schrijven van mijn laatste blog ging. Er waren op London Heathrow wel internet computers, maar daarvoor moest je betalen. Per kwartier enkele ponden, de precieze prijs weet ik zo niet meer. Ik had steeds te weinig kleingeld, maar de winkels in de terminal wilden mijn biljetten niet ruilen waardoor ik genoodzaakt was om steeds iets kleins te kopen, een pakje kauwgom ofzo, om vervolgens het wisselgeld te gebruiken om aan jullie behoefte aan blogs te kunnen voorzien.
De vlucht van London naar Amsterdam verliep voorspoedig. In tegenstelling tot de oversteek over de Atlantische Oceaan, vloog ik nu wel met mijn vader. Hij zat dat misschien drie rijen voor mij, maar het gaat om het idee. We landden op de Polderbaan. Iedereen die daar weleens geland is geeft mij waarschijnlijk groot gelijk als ik zeg dat het vanaf daar nog een pokke-eind naar de gate is. Tijdens de rit keek ik naar buiten.
Ik was van tevoren benieuwd wat ik ervan zou vinden, dat Nederland, na tien maanden afwezigheid. Het eerste wat me opviel: het is klein. Het voelde ook erg klein. Amerika is een enorm uitgestrekt land in vele opzichten: eindeloze snelwegen door vlakke landbouwgronden, glooiende groene heuvels zo ver het oog reikt, dan weer een oneindig labyrint aan straten en stegen. In Nederland is niks groot en uitgestrekt. Het is allemaal kleinschalig, dicht bij elkaar, geen onnodige verspilling van ruimte. Elke vierkante meter heeft een bestemming, en is vastgelegd in een bestemmingsplan. Echte ruimte is er niet meer. Het voelde tijdens de rit van de polderbaan naar de terminal alsof ik in een soort miniatuur wereld terecht was gekomen. Zelf de boerderijen leken dicht op elkaar te staan. Overal waar ik keek stond wel iets wat de aanwezigheid van mensen verraadde. Dat uitgestrekte, dat gevoel van ruimte, die grootte, dat mis ik nog wel eens. Ik probeer dit gevoel altijd uit te leggen als mensen me de onmogelijke vraag 'wat mis je nou het meest' stellen. Ze knikken dan begrijpend, maar ze snappen het niet.
Soms is dat frustrerend, het onbegrip van het thuisfront. Niet alleen over de ruimte, maar bijvoorbeeld ook over het contact met het gastgezin. Mensen reageren verbaasd als ik verklaar dat ik weinig contact heb met mijn gastgezin, alsof ik dat erg jammer zou moeten vinden. Terwijl ik het eigenlijk wel prima vind zo. We zijn elkaar heus niet vergeten. We schrijven elkaar een kaartje bij verjaardagen. Maar skypen? Daar hebben we het gewoon allebei te druk voor.
Ook het feit dat ik in Amerika een jaar lang een compleet ander leven heb geleid lijkt het thuisfront soms te ontgaan. Voor hen was het: hij gaat weg, hij is er niet, hij is er weer. Voor mij was het anders. Ik had een nieuwe familie, nieuwe vrienden, een nieuwe school, een nieuw leven. Aan dat nieuwe leven kwam abrupt een einde juist toen het echt leuk begon te worden. Niet dat ik niet blij was om weer naar Nederland te gaan, allerminst, maar achteraf had ik best nog een maandje of twee kunnen blijven. Met als enige bezwaar dat ik het WK voetbal gemist zou hebben.
Deze passages over onbegrip hebben trouwens absoluut niet ten doel om begrip te kweken. Dat hoeft van mij echt niet, maar wel moeten ze weten dat ze het soms gewoon niet begrijpen en dat ik ze dat helemaal niet kwalijk neem. Ik heb via facebook nog veel contact met andere uitwisselingsstudenten die ik op Hawaii of in New York heb leren kennen. Met hun praat ik dan over die zaken die ze hier toch niet begrijpen. In Maart reis ik waarschijnlijk af naar Warschau, voor de verjaardag van een van de vele nieuwe Europeese vrienden die ik tijdens mijn jaar in Amerika heb gemaakt. Het feit dat we allemaal hetzelfde doormaakten op dat moment schepte een band die ongewoon sterk was, is en blijft. Binnen een week hadden we het gevoel dat we de beste vrienden waren geworden. Ik hoop dan ook zoveel mogelijk van deze mensen weer te zien in Maart.
Ook voelt het niet zozeer als het 'missen' van Amerika, maar vooral als mooie herinneringen die ik koester. Dit neemt niet weg dat ik graag weer een keer naar Californië zou willen gaan om mijn gastgezin en mijn vrienden op te zoeken. Het is moeilijk uit te leggen, maar denk nu ook vooral niet dat ik 'ermee zit' want dat is totaal niet het geval.
Maar nu toch echt weer over de thuiskomst: al tijdens het wachten op de koffers bij de lopende band zag ik het ontvangstcomité achter een glazen wand. Ik zwaaide vluchtig, en gebaarde dat ik eerst mijn koffers moest halen. Een veelgemaakte grap was dat we hoopten dat Joris Linssen van het NCRV programma 'Hello Goodbye' er met een cameraploeg zou staan om onze hereniging vast te leggen. Achteraf misschien maar beter dat hij er niet stond.
Toen ik de bekende schuifdeur door was stond ik ineens weer tegenover mijn zusje en mijn moeder. Ik omhelsde eerst m'n zusje, daarna m'n moeder. Ik dacht van te voren, ik zal vast wel moeten huilen, dat schijnt te moeten als je elkaar tien maanden niet hebt gezien. Maar de tranen kwamen niet om de eenvoudige rede dat het eigenlijk al meteen heel normaal voelde. Alsof ik nooit weg was geweest, maar gewoon een dagje met mijn ouders en zusje naar schiphol was gekomen. Geen rede tot tranen leek me zo. Ook waren er bekenden uit de randstad naar schiphol afgereisd om me te verwelkomen. Kleine Anna (zo wordt ze genoemd omdat we ook een grote Ana kennen, mijn moeder) had een tekening voor mij gemaakt met de tekst: 'Hoera! Junus is Trug!'
Iedereen vroeg waar ik zin in had, en ik verklaarde dat ik al weken snak naar een frikandel speciaal en een kroket. Zo gezegd zo gedaan, en vijf minuten later genoot ik met volle teugen van de eerste frikandel speciaal in ruim tien maanden. We zaten met z'n alleen in een café op Schiphol Plaza waar op groot scherm een WK-wedstrijd bezig was. Welke wedstrijd precies weet ik niet meer, maar volgens mij speelde Duitsland. Mijn ouders vroegen nog of ik een biertje wilde (in Amerika had ik tien maanden niet gedronken) maar een biertje was wel het laatste waar ik zin in had na 48 uur reizen.
Ik wilde naar huis. Als ik dan toch al in Nederland was, dan ook meer weer zo snel mogelijk terug naar Groningen. In de trein liet ik onder andere het jaarboek van Gilroy High School rondgaan, maar ook werkstukken, foto's, boeken, en andere herinneringen.
Die avond kwamen er nog wat vrienden uit Groningen langs. Bij hen ging het eigenlijk hetzelfde als bij mijn ouders: het voelde meteen weer normaal. Ze waren allemaal niks veranderd. Hun leven ging natuurlijk ook gewoon door, maar toch voelde het alsof heel Nederland tien maanden op pauze had gestaan, om bij mijn thuiskomst weer door te gaan. Wat natuurlijk niet zo was.
Deze blog had eigenlijk zes maanden geleden al online moeten staan, maar ik schoof het schrijven steeds vooruit. Het leek me te veel werk, ik had er geen zin in, maar eigenlijk viel het nog best mee. Misschien is het aardig om nog even wat te vertellen over wat er sinds mijn thuiskomst is gebeurd?
De zomer was heerlijk. Ik was precies op tijd thuis voor het WK voetbal, waar ik erg blij mee was. Behalve onder de Mexicaanse gemeenschap, leefde het WK voetbal in Amerika totaal niet. Mijn eerste paar weken in Nederland bestonden dus vooral uit voetbal kijken en vrienden en familie opzoeken. Mijn vakantie heb ik doorgebracht in Italië.
Ik studeer nu al een paar maanden biomedische wetenschappen aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Ik wilde eigenlijk geneeskunde studeren, maar was helaas uitgeloot. Toch heb ik weinig tijd gehad om hierom te treuren, omdat ik het erg druk heb gehad sinds ik in Amsterdam woon. Ten eerste natuurlijk met mijn alternatieve studie, die me prima bevalt. Wel ga ik proberen volgend jaar alsnog geneeskunde te studeren, misschien via decentrale selectie aan de Universiteit van Amsterdam. Naast dat ik nu fulltime studeer ben ik ook op andere vlakken erg actief in Amsterdam. Zo ben ik lid van de feestcommissie van mijn faculteitsvereniging, ben ik lid van de studenten-debatvereniging Bonaparte, en probeer ik actief te worden voor de Jonge Socialisten in de PvdA. Kortom, ik heb het veel te druk om Amerika te missen. Om mijn avonturen niet helemaal te vergeten hebben mijn ouders mij aangeboden om al mijn verhalen op deze site te bundelen in één boekwerk. Dat was eigenlijk ook de grote motivator om toch maar een eind aan deze blog te breien.
Het mooie aan een laatste blog na zes maanden is dat je tijd hebt om 'de belangrijkste les' uit het jaar te halen. De belangrijkste les die ik in Amerika heb geleerd is dat iets nieuws niet eng is, maar enkel een nieuwe kans die je ten volle moet benutten. Als je aan iets begint, stort jezelf er dan vooral ten volle in. Als je dat niet doen kun je achteraf alleen maar spijt krijgen. Dit zal ook ongetwijfeld de reden zijn dat ik sinds mijn verhuizing naar Amsterdam direct heel actief ben geworden op verschillende fronten. En daar ben ik erg blij om, vooral omdat ik vroeger nogal eens de neiging had om de spreekwoordelijk kat uit de spreekwoordenlijke boom te kijken. Zonde eigenlijk, we leven immers maar één keer.
Het is ruim zes maanden geleden dat ik terug kwam uit Amerika, na een avontuur dat precies tien maanden duurde. Gedurende tien maanden woonde ik bij de familie McGovern in het niet al te pittoreske Gilroy, in het schitterende Californië. In die periode ging ik naar de plaatselijke high school. Achteraf heb ik in die tien maanden veel meer geleerd dan enkel de Engelse taal en andere schoolse kennis.
Ik weet nog hoe het schrijven van mijn laatste blog ging. Er waren op London Heathrow wel internet computers, maar daarvoor moest je betalen. Per kwartier enkele ponden, de precieze prijs weet ik zo niet meer. Ik had steeds te weinig kleingeld, maar de winkels in de terminal wilden mijn biljetten niet ruilen waardoor ik genoodzaakt was om steeds iets kleins te kopen, een pakje kauwgom ofzo, om vervolgens het wisselgeld te gebruiken om aan jullie behoefte aan blogs te kunnen voorzien.
De vlucht van London naar Amsterdam verliep voorspoedig. In tegenstelling tot de oversteek over de Atlantische Oceaan, vloog ik nu wel met mijn vader. Hij zat dat misschien drie rijen voor mij, maar het gaat om het idee. We landden op de Polderbaan. Iedereen die daar weleens geland is geeft mij waarschijnlijk groot gelijk als ik zeg dat het vanaf daar nog een pokke-eind naar de gate is. Tijdens de rit keek ik naar buiten.
Ik was van tevoren benieuwd wat ik ervan zou vinden, dat Nederland, na tien maanden afwezigheid. Het eerste wat me opviel: het is klein. Het voelde ook erg klein. Amerika is een enorm uitgestrekt land in vele opzichten: eindeloze snelwegen door vlakke landbouwgronden, glooiende groene heuvels zo ver het oog reikt, dan weer een oneindig labyrint aan straten en stegen. In Nederland is niks groot en uitgestrekt. Het is allemaal kleinschalig, dicht bij elkaar, geen onnodige verspilling van ruimte. Elke vierkante meter heeft een bestemming, en is vastgelegd in een bestemmingsplan. Echte ruimte is er niet meer. Het voelde tijdens de rit van de polderbaan naar de terminal alsof ik in een soort miniatuur wereld terecht was gekomen. Zelf de boerderijen leken dicht op elkaar te staan. Overal waar ik keek stond wel iets wat de aanwezigheid van mensen verraadde. Dat uitgestrekte, dat gevoel van ruimte, die grootte, dat mis ik nog wel eens. Ik probeer dit gevoel altijd uit te leggen als mensen me de onmogelijke vraag 'wat mis je nou het meest' stellen. Ze knikken dan begrijpend, maar ze snappen het niet.
Soms is dat frustrerend, het onbegrip van het thuisfront. Niet alleen over de ruimte, maar bijvoorbeeld ook over het contact met het gastgezin. Mensen reageren verbaasd als ik verklaar dat ik weinig contact heb met mijn gastgezin, alsof ik dat erg jammer zou moeten vinden. Terwijl ik het eigenlijk wel prima vind zo. We zijn elkaar heus niet vergeten. We schrijven elkaar een kaartje bij verjaardagen. Maar skypen? Daar hebben we het gewoon allebei te druk voor.
Ook het feit dat ik in Amerika een jaar lang een compleet ander leven heb geleid lijkt het thuisfront soms te ontgaan. Voor hen was het: hij gaat weg, hij is er niet, hij is er weer. Voor mij was het anders. Ik had een nieuwe familie, nieuwe vrienden, een nieuwe school, een nieuw leven. Aan dat nieuwe leven kwam abrupt een einde juist toen het echt leuk begon te worden. Niet dat ik niet blij was om weer naar Nederland te gaan, allerminst, maar achteraf had ik best nog een maandje of twee kunnen blijven. Met als enige bezwaar dat ik het WK voetbal gemist zou hebben.
Deze passages over onbegrip hebben trouwens absoluut niet ten doel om begrip te kweken. Dat hoeft van mij echt niet, maar wel moeten ze weten dat ze het soms gewoon niet begrijpen en dat ik ze dat helemaal niet kwalijk neem. Ik heb via facebook nog veel contact met andere uitwisselingsstudenten die ik op Hawaii of in New York heb leren kennen. Met hun praat ik dan over die zaken die ze hier toch niet begrijpen. In Maart reis ik waarschijnlijk af naar Warschau, voor de verjaardag van een van de vele nieuwe Europeese vrienden die ik tijdens mijn jaar in Amerika heb gemaakt. Het feit dat we allemaal hetzelfde doormaakten op dat moment schepte een band die ongewoon sterk was, is en blijft. Binnen een week hadden we het gevoel dat we de beste vrienden waren geworden. Ik hoop dan ook zoveel mogelijk van deze mensen weer te zien in Maart.
Ook voelt het niet zozeer als het 'missen' van Amerika, maar vooral als mooie herinneringen die ik koester. Dit neemt niet weg dat ik graag weer een keer naar Californië zou willen gaan om mijn gastgezin en mijn vrienden op te zoeken. Het is moeilijk uit te leggen, maar denk nu ook vooral niet dat ik 'ermee zit' want dat is totaal niet het geval.
Maar nu toch echt weer over de thuiskomst: al tijdens het wachten op de koffers bij de lopende band zag ik het ontvangstcomité achter een glazen wand. Ik zwaaide vluchtig, en gebaarde dat ik eerst mijn koffers moest halen. Een veelgemaakte grap was dat we hoopten dat Joris Linssen van het NCRV programma 'Hello Goodbye' er met een cameraploeg zou staan om onze hereniging vast te leggen. Achteraf misschien maar beter dat hij er niet stond.
Toen ik de bekende schuifdeur door was stond ik ineens weer tegenover mijn zusje en mijn moeder. Ik omhelsde eerst m'n zusje, daarna m'n moeder. Ik dacht van te voren, ik zal vast wel moeten huilen, dat schijnt te moeten als je elkaar tien maanden niet hebt gezien. Maar de tranen kwamen niet om de eenvoudige rede dat het eigenlijk al meteen heel normaal voelde. Alsof ik nooit weg was geweest, maar gewoon een dagje met mijn ouders en zusje naar schiphol was gekomen. Geen rede tot tranen leek me zo. Ook waren er bekenden uit de randstad naar schiphol afgereisd om me te verwelkomen. Kleine Anna (zo wordt ze genoemd omdat we ook een grote Ana kennen, mijn moeder) had een tekening voor mij gemaakt met de tekst: 'Hoera! Junus is Trug!'
Iedereen vroeg waar ik zin in had, en ik verklaarde dat ik al weken snak naar een frikandel speciaal en een kroket. Zo gezegd zo gedaan, en vijf minuten later genoot ik met volle teugen van de eerste frikandel speciaal in ruim tien maanden. We zaten met z'n alleen in een café op Schiphol Plaza waar op groot scherm een WK-wedstrijd bezig was. Welke wedstrijd precies weet ik niet meer, maar volgens mij speelde Duitsland. Mijn ouders vroegen nog of ik een biertje wilde (in Amerika had ik tien maanden niet gedronken) maar een biertje was wel het laatste waar ik zin in had na 48 uur reizen.
Ik wilde naar huis. Als ik dan toch al in Nederland was, dan ook meer weer zo snel mogelijk terug naar Groningen. In de trein liet ik onder andere het jaarboek van Gilroy High School rondgaan, maar ook werkstukken, foto's, boeken, en andere herinneringen.
Die avond kwamen er nog wat vrienden uit Groningen langs. Bij hen ging het eigenlijk hetzelfde als bij mijn ouders: het voelde meteen weer normaal. Ze waren allemaal niks veranderd. Hun leven ging natuurlijk ook gewoon door, maar toch voelde het alsof heel Nederland tien maanden op pauze had gestaan, om bij mijn thuiskomst weer door te gaan. Wat natuurlijk niet zo was.
Deze blog had eigenlijk zes maanden geleden al online moeten staan, maar ik schoof het schrijven steeds vooruit. Het leek me te veel werk, ik had er geen zin in, maar eigenlijk viel het nog best mee. Misschien is het aardig om nog even wat te vertellen over wat er sinds mijn thuiskomst is gebeurd?
De zomer was heerlijk. Ik was precies op tijd thuis voor het WK voetbal, waar ik erg blij mee was. Behalve onder de Mexicaanse gemeenschap, leefde het WK voetbal in Amerika totaal niet. Mijn eerste paar weken in Nederland bestonden dus vooral uit voetbal kijken en vrienden en familie opzoeken. Mijn vakantie heb ik doorgebracht in Italië.
Ik studeer nu al een paar maanden biomedische wetenschappen aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Ik wilde eigenlijk geneeskunde studeren, maar was helaas uitgeloot. Toch heb ik weinig tijd gehad om hierom te treuren, omdat ik het erg druk heb gehad sinds ik in Amsterdam woon. Ten eerste natuurlijk met mijn alternatieve studie, die me prima bevalt. Wel ga ik proberen volgend jaar alsnog geneeskunde te studeren, misschien via decentrale selectie aan de Universiteit van Amsterdam. Naast dat ik nu fulltime studeer ben ik ook op andere vlakken erg actief in Amsterdam. Zo ben ik lid van de feestcommissie van mijn faculteitsvereniging, ben ik lid van de studenten-debatvereniging Bonaparte, en probeer ik actief te worden voor de Jonge Socialisten in de PvdA. Kortom, ik heb het veel te druk om Amerika te missen. Om mijn avonturen niet helemaal te vergeten hebben mijn ouders mij aangeboden om al mijn verhalen op deze site te bundelen in één boekwerk. Dat was eigenlijk ook de grote motivator om toch maar een eind aan deze blog te breien.
Het mooie aan een laatste blog na zes maanden is dat je tijd hebt om 'de belangrijkste les' uit het jaar te halen. De belangrijkste les die ik in Amerika heb geleerd is dat iets nieuws niet eng is, maar enkel een nieuwe kans die je ten volle moet benutten. Als je aan iets begint, stort jezelf er dan vooral ten volle in. Als je dat niet doen kun je achteraf alleen maar spijt krijgen. Dit zal ook ongetwijfeld de reden zijn dat ik sinds mijn verhuizing naar Amsterdam direct heel actief ben geworden op verschillende fronten. En daar ben ik erg blij om, vooral omdat ik vroeger nogal eens de neiging had om de spreekwoordelijk kat uit de spreekwoordenlijke boom te kijken. Zonde eigenlijk, we leven immers maar één keer.
-
29 December 2010 - 08:49
Omy:
Kijk uit naar de gebundelde uitgave van je blogs !!!! -
30 December 2010 - 23:01
Lieke:
Hee Junus,
Ik zit op dit moment zelf in amerika! Ik heb je ontmoet op de sts bijeenkomst net voor de zomer. (weet je natuurlijk niet meer) Maar ik heb je blog het afgelopen jaar gevolgd en dit is een mooi einde! Ik ben bijna op de helft, heb nog ongeveer 5 maanden te gaan.
Bedankt voor je blog, heeft me niet alleen geholpen de belissing te maken, maar was ook altijd heel erg leuk om te lezen!
greetings from Utah. -
06 Februari 2011 - 13:52
Eva Mallon:
Hallo Junus,
ik heb je blogs echt gemist, ik vind het heel leuk dat jet het nog hebt afgerond.
Ik ben blij dat je het in Amsterdam zo naar je zin hebt en je vol energie in je nieuwe avonturen stort. Uiteraard hoop ik dat je toch nog ingeloot wordt voor de studie medicijnen. Junus mocht je ooit weer gaan schrijven dan word ik opnieuw een fan.
Hartelijke groeten
Eva
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley